Voorbereiden:
Laat de lapjes bladerdeeg in ongeveer 15-20 minuten ontdooien. Verwijder de plastic velletjes die tussen het deeg zitten. Neem de bakplaat uit de oven. Leg op de bakplaat een vel bakpapier. Verwarm de oven voor op 200°C. Doe de rozijnen in een kom en giet er zoveel warm water op dat ze onderstaan. Maak de vulling terwijl het deeg ontdooit. Schil de appels en snijd ze in vieren. Verwijder de klokhuizen en snijd de appelparten in kleine stukjes. Giet de rozijnen af en knijp of druk het water eruit. Maak nu de vulling: roer de appelstukjes, de rozijnen, het kaneelpoeder en de vanillesuiker door elkaar. Klop het ei los in een kom. Zet een kommetje water klaar.

Bereiden:
Leg in het midden van 5 lapjes bladerdeeg een bergje vulling. Doop een wijsvinger in het water en maak de randen van het deeg vochtig. Leg een tweede lapje deeg over de vulling. Druk de deegranden van de appelkussens goed op elkaar. Druk de randen met de tanden van de vork op elkaar. Er ontstaat nu een streepjespatroon langs de rand. Doop een kwastje in het losgeklopte ei en smeer de bovenkant in. Leg de deegkussens op het bakpapier. Bak ze in ongeveer 25 minuten lichtbruin en knapperig.

Variatie:
Vervang de rozijnen door kleingesneden stukjes ananas. Laat ananas uit blik goed uitlekken. Vervang de helft van de rozijnen door grofgehakte walnoten of hazelnoten.